Responsive image

1 ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Download de app voor meer functionaliteit.

1 ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Bij Richtlijn 2003/49/EG van de Raad[1] (hierna "de richtlijn" genoemd) is een gemeenschappelijke belastingregeling voor uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten vastgesteld. Aangezien deze richtlijn verschillende malen is gewijzigd, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking te worden overgegaan. In de toelichting worden de redenen voor iedere voorgestelde inhoudelijke wijziging uiteengezet en wordt aangegeven welke bepalingen uit de vroegere wettekst ongewijzigd blijven.

De richtlijn ziet op problemen die voortvloeien uit specifieke obstakels op het gebied van de vennootschapsbelasting die de werking van de interne markt belemmeren: grensoverschrijdende rente- en royaltybetalingen worden zwaarder belast dan binnenlandse transacties. Bij louter binnenlandse transacties wordt de ontvanger in de vennootschapsbelasting betrokken als een binnenlandse belastingplichtige van de lidstaat waarvan hij fiscaal inwoner is. Bij internationale uitkeringen kan hij ook worden onderworpen aan een inhouding aan de bron in de bronlidstaat. Deze richtlijn strekt ertoe grensoverschrijdende en binnenlandse rente- en royaltybetalingen op gelijke voet te plaatsen door een eind te maken aan juridisch dubbele belasting, omslachtige administratieve formaliteiten en kasstroomproblemen voor de vennootschappen in kwestie.

De Commissie en de belanghebbende partijen zijn er altijd al van overtuigd geweest dat er op dit gebied behoefte is aan een EU-instrument, omdat noch de eenzijdige maatregelen van de lidstaten noch de bilaterale belastingverdragen tot een bevredigende oplossing hebben geleid die volledig voldoet aan de eisen van de interne markt. Bilaterale belastingverdragen bestrijken niet alle bilaterale betrekkingen tussen lidstaten, zij heffen dubbele belasting niet volledig op en zij resulteren met name nooit in een uniforme oplossing voor driehoekssituaties en multilaterale betrekkingen tussen lidstaten.

In haar mededeling van 5 november 1997 "Een pakket om schadelijke belastingconcurrentie in de Europese Unie te bestrijden"[2] benadrukt de Commissie de behoefte aan een op Europees niveau gecoördineerd optreden ter bestrijding van schadelijke belastingconcurrentie om bij te dragen tot de verwezenlijking van bepaalde doelstellingen, zoals het verminderen van nog bestaande verstoringen op de interne markt, het voorkomen dat aanzienlijke belastinginkomsten worden misgelopen en het omvormen van de belastingstructuren zodat deze gunstiger zijn voor de werkgelegenheid. Op basis van deze mededeling heeft de Ecofin-Raad op zijn bijeenkomst van 1 december 1997 een uitvoerig debat gehouden en onder meer besloten de Commissie te verzoeken om een voorstel in te dienen met het oog op de harmonisatie van de belasting van grensoverschrijdende rente- en royaltybetalingen[3]. Op 4 maart 1998 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake betalingen van rente en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten aangenomen (COM(1998) 67 definitief). Op 3 juni 2003 heeft de Ecofin-Raad de richtlijn aangenomen. Om de budgettaire gevolgen te verzachten voor de lidstaten die per saldo kapitaal en technologie importeerden en met de belastingen in kwestie een beduidende bron van inkomsten hadden, leek het aangewezen om voor het toepassingsgebied van deze richtlijn een geleidelijke aanpak te volgen.

De richtlijn werd voor het eerst gewijzigd in 2004 bij Richtlijnen 2004/66[4] en 2004/76[5] naar aanleiding van de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije. Met eerstgenoemde richtlijn werd de tekst aangevuld met de onder de richtlijn vallende belastingen en vennootschappen uit deze nieuwe lidstaten. Met laatstgenoemde richtlijn werd de tekst van artikel 6 aangepast om overgangsregelingen in te voeren voor Tsjechië, Letland, Litouwen, Polen en Slowakije.

Later zijn bij Richtlijn 2006/98/EG[6] van de Raad de onder de richtlijn vallende belastingen en vennootschappen uit Bulgarije en Roemenie in de tekst opgenomen. De bijlagen VI (punt 6) en VII (punt 7) bij de Toetredingsakte van Bulgarije en Roemenië voorzagen in tijdelijke afwijkingen[7].

Krachtens artikel 8 van de richtlijn dient de Commissie aan de Raad verslag uit te brengen over de werking van de richtlijn, in het bijzonder met het oog op uitbreiding van de werkingssfeer tot andere vennootschappen en ondernemingen dan die welke onder het toepassingsgebied ervan vallen. Om de hiervoor benodigde informatie te verzamelen, heeft DG Taxud het IBFD (Internationaal Belastingdocumentatiebureau) verzocht om de tenuitvoerlegging van de richtlijn te evalueren. Het verslag van de Commissie over de werking van de richtlijn is op 23 april 2009 gepresenteerd[8]. Daarin concludeerde zij dat de richtlijn op hoofdlijnen goed ten uitvoer was gelegd en noemde zij mogelijke wijzigingen om het toepassingsgebied van de richtlijn uit te breiden.

Met deze herschikking wordt getracht een oplossing te bieden voor enkele van de problemen die voortvloeien uit het beperkte toepassingsgebied van de richtlijn. Er zijn grensoverschrijdende betalingen die buiten het toepassingsgebied van de richtlijn vallen maar wel aan de bron worden belast. Daarom wordt voorgesteld de lijst van vennootschappen waarop de richtlijn van toepassing is, uit te breiden en de deelnemingsdrempel van de verbondenheidstoets te verlagen. Voorts wordt een nieuwe voorwaarde toegevoegd voor de belastingvrijstelling: de ontvanger van de uitkering moet in zijn woonlidstaat onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting over de inkomsten die hij uit de rente- of royaltybetaling verkrijgt. Deze voorwaarde moet bewerkstelligen dat de belastingvermindering niet wordt verleend wanneer de desbetreffende inkomsten niet worden belast, en zo een maas dichten waarvan belastingfraudeurs anders kunnen profiteren. Tot slot wordt nog een technische wijziging voorgesteld om situaties te vermijden waarbij uitkeringen die worden verricht door een vaste inrichting en die voortvloeien uit de werkzaamheden van die inrichting, geen vrijstelling krijgen omdat zij geen fiscaal aftrekbare kosten vormen.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.